Soms krijg je de kans om onverwacht getuige te zijn van een
intrigerende dialoog. In dit geval vindt het gesprek tussen een
leidinggevende en een medewerker plaats binnen de zakelijke
dienstverlening. Het had echter ook ergens binnen de overheid kunnen
zijn, in de industrie of bijvoorbeeld binnen het onderwijs. Zo
herkenbaar.Het gesprek vond plaats bij de koffieautomaat.
Vol interesse informeerde de manager naar de prestaties die de medewerker bij externe klanten leverde. De medewerker vertelde enthousiast over werkwijze en behaalde resultaten.Wat dit gesprek zo fascinerend maakte, was dat twee betrokken mensen van dezelfde organisatie zo volledig langs elkaar heen praatten. Keer op keer onderbrak de leidinggevende de medewerker met een verhelderende vraag. Niks mis mee, zou je denken. De vragen sloten echter totaal niet aan bij het verhaal van de ander. De vragen gingen er niet over of hij wel of niet de juiste dingen deed, noch over of hij de dingen wel of niet juist deed, maar enkel of hij procedures wel of niet had gevolgd. Toen de medewerker enigszins gefrustreerd opmerkte dat het gesprek langzamerhand helemaal niet meer over inhoud, maar alleen nog maar over vorm ging, antwoordde de leidinggevende schouderophalend, dat dat kwam omdat hij nu eenmaal een "blauwe" denker was. Hierop stokte het gesprek.
Wat is een "blauwe" denker? Mij nieuwsgierig in het gesprek mengen zou volledig buiten de orde zijn, dus ik zweeg, dronk mijn koffie op en slenterde weg naar de dichtstbijzijnde vrije computer. Niet alleen had de leidinggevende zijn "blauwe" denken als verklaring gegeven voor zijn interventies (daarom doe ik wat ik doe, en zeg ik wat ik zeg), maar tevens impliciet aangegeven, dat dit de enige manier was en dat de ander (medewerker) zich maar diende aan te passen.
Terwijl ik nog steeds geen goed idee had wat "blauw" denken in hield, wist ik wel dat de leidinggevende zichzelf onvoldoende recht deed. Alsof je alleen maar "blauw" kunt denken. Alsof na die constatering alles stil kan staan: geen beweging meer; dit is mijn gestold denkraam; zo denk ik nu eenmaal; dus zo geef ik ook leiding.
Inmiddels ben ik via allerlei kanalen het "blauwe denken" tegengekomen. Er zijn veel modellen en testen, die gebruik maken van kleuren om mensen en organisaties overzichtelijk in te delen. Opvallend is dat diverse, uiteenlopende modellen in de meeste kleurduidingen verschillen, maar behoorlijk overeenkomen als de betekenis van "blauw" aan de orde komt. Ik wil hier alleen al noemen: de kleuren van de Caluwé, Spiral Dynamics van Graves (bekend door de Managing Drives) en het Structogram. Blauw staat voor orde, voor systeem, structuur, procedures, overzichtelijke rijtjes, uniformiteit, alle neuzen dezelfde richting op, etc.
Blauw heeft daarmee zeker een enorme organiserende kracht. Effectieve organisaties bestaan mede bij de gratie van de blauwe vermogens. Blauw raakt echter haar kracht volledig kwijt op het moment dat blauw een mal wordt voor de werkelijkheid. De wereld wordt gereduceerd tot een systeem of model en tot bevriezen en zelfs stollen gebracht. De werkelijkheid is echter altijd in beweging. Beweging is zo natuurlijk als het leven.
Wat ik elke blauwe denker (en zeker bovengenoemde leidinggevende) toewens, is dat deze zo nu en dan uit het eigen blauwe denken stapt en ook door anderskleurige ogen naar de wereld kijkt. Dan blijkt er opeens zoveel meer mogelijk. Dan zou je zomaar kunnen ontdekken dat medewerkers niet alleen controleerbare productie-eenheden zijn, maar ook zelfstandig nadenkende collega's, die gemotiveerd door inhoud mooie en zinvolle dingen goed willen doen.
Van bril verwisselen, dus anders denken dan je gewend bent, kan best lastig zijn. Soms heb je daarvoor anderen nodig. Ooit mocht ik in een conflict tussen twee medewerkers bemiddelen, waarvan de een de ander een chaoot vond met veel te veel creatieve invallen en de ander de een controlfreak. Als experiment zijn we brillen gaan verwisselen. Beiden konden zo kennis maken met het denken van de ander en de consequenties daarvan. Ze vinden het nog steeds niet gemakkelijk om te denken zoals de ander, maar ze hebben nu wel de taken goed en plezierig verdeeld tijdens vergaderingen. De een leidt de vergadering op inhoud en ideeën, de ander houdt de structuur in de gaten. Boeiend vind ik dan, dat dankzij de erkenning door de ander, beiden steeds meer mee gaan in het denken van de ander, of dat nu blauw, groen, rood, geel of welke kleur dan ook is....
Kortom, wordt soms even een Blauwbilgorgel. Die is weliswaar blauw, maar ook veel meer dan dat!
Marcel van der Pol,
Gordian Jester @ Keridwen
Vol interesse informeerde de manager naar de prestaties die de medewerker bij externe klanten leverde. De medewerker vertelde enthousiast over werkwijze en behaalde resultaten.Wat dit gesprek zo fascinerend maakte, was dat twee betrokken mensen van dezelfde organisatie zo volledig langs elkaar heen praatten. Keer op keer onderbrak de leidinggevende de medewerker met een verhelderende vraag. Niks mis mee, zou je denken. De vragen sloten echter totaal niet aan bij het verhaal van de ander. De vragen gingen er niet over of hij wel of niet de juiste dingen deed, noch over of hij de dingen wel of niet juist deed, maar enkel of hij procedures wel of niet had gevolgd. Toen de medewerker enigszins gefrustreerd opmerkte dat het gesprek langzamerhand helemaal niet meer over inhoud, maar alleen nog maar over vorm ging, antwoordde de leidinggevende schouderophalend, dat dat kwam omdat hij nu eenmaal een "blauwe" denker was. Hierop stokte het gesprek.
Wat is een "blauwe" denker? Mij nieuwsgierig in het gesprek mengen zou volledig buiten de orde zijn, dus ik zweeg, dronk mijn koffie op en slenterde weg naar de dichtstbijzijnde vrije computer. Niet alleen had de leidinggevende zijn "blauwe" denken als verklaring gegeven voor zijn interventies (daarom doe ik wat ik doe, en zeg ik wat ik zeg), maar tevens impliciet aangegeven, dat dit de enige manier was en dat de ander (medewerker) zich maar diende aan te passen.
Terwijl ik nog steeds geen goed idee had wat "blauw" denken in hield, wist ik wel dat de leidinggevende zichzelf onvoldoende recht deed. Alsof je alleen maar "blauw" kunt denken. Alsof na die constatering alles stil kan staan: geen beweging meer; dit is mijn gestold denkraam; zo denk ik nu eenmaal; dus zo geef ik ook leiding.
Inmiddels ben ik via allerlei kanalen het "blauwe denken" tegengekomen. Er zijn veel modellen en testen, die gebruik maken van kleuren om mensen en organisaties overzichtelijk in te delen. Opvallend is dat diverse, uiteenlopende modellen in de meeste kleurduidingen verschillen, maar behoorlijk overeenkomen als de betekenis van "blauw" aan de orde komt. Ik wil hier alleen al noemen: de kleuren van de Caluwé, Spiral Dynamics van Graves (bekend door de Managing Drives) en het Structogram. Blauw staat voor orde, voor systeem, structuur, procedures, overzichtelijke rijtjes, uniformiteit, alle neuzen dezelfde richting op, etc.
Blauw heeft daarmee zeker een enorme organiserende kracht. Effectieve organisaties bestaan mede bij de gratie van de blauwe vermogens. Blauw raakt echter haar kracht volledig kwijt op het moment dat blauw een mal wordt voor de werkelijkheid. De wereld wordt gereduceerd tot een systeem of model en tot bevriezen en zelfs stollen gebracht. De werkelijkheid is echter altijd in beweging. Beweging is zo natuurlijk als het leven.
Wat ik elke blauwe denker (en zeker bovengenoemde leidinggevende) toewens, is dat deze zo nu en dan uit het eigen blauwe denken stapt en ook door anderskleurige ogen naar de wereld kijkt. Dan blijkt er opeens zoveel meer mogelijk. Dan zou je zomaar kunnen ontdekken dat medewerkers niet alleen controleerbare productie-eenheden zijn, maar ook zelfstandig nadenkende collega's, die gemotiveerd door inhoud mooie en zinvolle dingen goed willen doen.
Van bril verwisselen, dus anders denken dan je gewend bent, kan best lastig zijn. Soms heb je daarvoor anderen nodig. Ooit mocht ik in een conflict tussen twee medewerkers bemiddelen, waarvan de een de ander een chaoot vond met veel te veel creatieve invallen en de ander de een controlfreak. Als experiment zijn we brillen gaan verwisselen. Beiden konden zo kennis maken met het denken van de ander en de consequenties daarvan. Ze vinden het nog steeds niet gemakkelijk om te denken zoals de ander, maar ze hebben nu wel de taken goed en plezierig verdeeld tijdens vergaderingen. De een leidt de vergadering op inhoud en ideeën, de ander houdt de structuur in de gaten. Boeiend vind ik dan, dat dankzij de erkenning door de ander, beiden steeds meer mee gaan in het denken van de ander, of dat nu blauw, groen, rood, geel of welke kleur dan ook is....
Kortom, wordt soms even een Blauwbilgorgel. Die is weliswaar blauw, maar ook veel meer dan dat!
Marcel van der Pol,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten