maandag 5 oktober 2015

Theatermetafoor om Vraagstukken op te lossen


Het is mij weer overkomen. Een tijdje geleden maakte Arend mij vol passie deel van zijn dromen en visioenen. Een paar dagen later sprak ik Berend, die mij met vergelijkbare passie zijn toekomstplannen ontvouwde. Arend en Berend kennen elkaar. Zij werken voor dezelfde organisatie. Je verwacht dan dat hun plannen enige verwantschap vertonen.  Arend en Berend lijken echter in twee verschillende werelden te leven, die elkaars bestaan grotendeels ontkennen. Ja zeker, ze gebruiken soms dezelfde woorden, ze spreken dezelfde taal. In beider betoog valt de naam van de organisatie veelvuldig en met grote enthousiasme. De naam van de ander valt zo nu en dan ook, niet vaak en meestal slechts om aan te geven dat de ander niet mee wil in de eigen ideeën.
Met opzet noem ik hier niet bij welke organisatie Arend en Berend werken, ook focus ik mij niet de op de inhoud van hun ideeën. Het komt zó vaak voor dat mensen het niet met elkaar eens zijn, persoonlijk,  professioneel, publiek en zakelijk. De vraag is hoe beiden met de tegenstellingen omgaan. Wat ik soms graag zou willen, is een vlieg op de muur zijn, als Arend en Berend met elkaar in gesprek raken. Welke plek zou ieder voor zich de ander gunnen? Zouden ze hun gesprek over de toekomst van de organisatie zien als een soort bokswedstrijd, waarin ieder voor zich probeert de overwinning binnen te halen? Dan hoef je je in ieder geval niet bezig te houden met afwijkende ideeën; het gaat alleen om gelijk krijgen, om winnen of verliezen, of op zijn minst een onbesliste wedstrijd.

In mijn positie als professionele vlieg aan de muur, kan ik kiezen hoe ik naar dit gesprek tussen Arend en Berend kijk en luister. Als ik mij verplaats in de rol van bondscoach, dan hoop ik dat mijn favoriet wint. Als scheidsrechter daarentegen ben ik benieuwd wie binnen de kaders de overwinning in de wacht sleept. Als directeur beslis ik wie gelijk krijgt (en dus wint). Als mediator help ik hen te komen tot een voor beiden acceptabele oplossing. ... Er zijn zóveel rollen waar je uit kunt kiezen!

Stel nou echter, dat ik kies voor de rol van regisseur. Dan zijn Arend en Berend twee acteurs in een theaterstuk. Dan is het niet belangrijk meer wie wint of verliest. Ze hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om er een mooie voorstelling van te maken. Daarbij mag ik hen als regisseur helpen om de sterren van de hemel te spelen. Het gaat dus niet langer om wie gelijk heeft. Sterker nog, als regisseur vind ik verschillen alleen maar interessant. Verschillen vormen de basis voor een boeiende voorstelling. In de ontmoeting tussen mensen met verschillende ideeën ontstaat de mogelijkheid tot iets nieuws, iets moois, iets zinvols...  mits de spelers bereid zijn die ontmoeting aan te gaan, ook al zetten ze de hakken daarbij in het zand. Dat is hun gezamenlijk verantwoordelijkheid, waarop ik als regisseur hen kan aanspreken. Ze hoeven het niet eens te worden. Ze hoeven geen dikke vrienden te worden. Arend en Berend hoeven alleen maar een mooie voorstelling te maken. Mijn taak als regisseur is het om ervoor te zorgen dat deze spelers optimaal spelen. Ik wil het hele toneel kunnen overzien en rekening houden wat er in de omgeving speelt: zowel bij het publiek, in de coulissen als in de buitenwereld. Waar nodig stuur ik wat bij of haal een deel van de buitenwereld naar binnen.

Als ik mijn comfortabele plek als vlieg aan de muur loslaat en bij Arend en Berend aan tafel ga zitten, dan ben ik niet alleen meer regisseur, dan ben ik ook speler in het theaterstuk geworden. Elke  professional (manager, coach, mediator, consultant, etc., etc.), die zichzelf regisseur of regievoerder voelt, wordt ook een van de spelers zodra hij het toneel opkomt. Dat is goed om jezelf te realiseren.

Eerlijk gezegd vind ik dat ook het mooie van mijn werk op basis van Zelfregie 3.3. Ik probeer in mijn werk altijd zoveel mogelijk theorieën en modellen los te laten en mijn klanten en hun vraagstukken metaforisch als theaterstuk te beschouwen, waarbij mijn klanten de spelers zijn en hun vraagstuk het thema van de voorstelling. Ik heb het voorrecht de regisseur te zijn, die als voornaamste taak heeft de spelers de sterren van de hemel te laten spelen (door hun vraagstuk op te lossen).
Als regisseur heb ik belangstelling voor mijn spelers. Ik verplaats mij in de afzonderlijke spelers en ben steeds benieuwd naar wat hen beweegt. Als ik bij hen aan tafel zit, ben ik mij terdege bewust van mijn eigen rol als medespeler. Ik moet dan niet alleen de anderen, maar ook mijzelf regisseren: wat is mijn rol in het geheel en hoe kan ik daarin het beste acteren?
Als regisseur ben ik ook gericht op wat er buiten het toneel gebeurt, in de zaal bijvoorbeeld. Wie vormen allemaal het publiek? Wie zijn de stakeholders? Ik wil mij verplaatsen in het publiek en door hun ogen naar de voorstelling kijken.  Wanneer worden zij geraakt, vinden zij het een mooie, zinvolle voorstelling?
Wat speelt er zich er in de coulissen af? Nèt buiten beeld voor het publiek, dus niet direct waarneembaar, maar toch met zoveel invloed op wat er op het toneel gebeurt. Souffleert er soms iemand? Wie dan? Welke speler? Welke andere nog niet zichtbare spelers staan te trappelen om op te komen?
Wat speelt zich verder weg, buiten het theater, af dat van invloed is op de voorstelling?

Een Arend en een Berend komen er meestal samen wel uit. Soms lukt dat zonder enige hulp van buitenaf. Soms is er wat ondersteuning nodig, een zetje in de goede richting met behulp van enkele regieaanwijzingen. Keridwen's Zelfregie 3.3 biedt veel mogelijkheden tot zulke regieaanwijzingen, gericht op de spelers zelf, gericht op het vraagstuk en gericht op context en setting. Zelfregie 3.3 kan Arend en Berend ook leren zelf de regie op zich te nemen. Het doel van Zelfregie 3.3 is altijd een mooie voorstelling te maken teneinde een vraagstuk (van welke aard dan ook) op te lossen.

Groningen, 5 oktober 2015
Marcel van der Pol

Zelfregie 3.3 - wie durft te dwalen vindt nieuwe wegen