Sindsdien heeft het onderwijs zich ontwikkeld tot de meest uiteenlopende vormen, zowel verbaal als non-verbaal, zowel met als zonder direct contact tussen leraar en leerling.
Welk onderwijs is het beste?
Jan Derksen, hoogleraar aan de Radboud Universiteit riep in de Volkskrant (zat 29 dec 2012) op tot het verplaatsen van colleges naar het internet. Hoorcolleges zouden niet meer van deze tijd zijn. Waarom studenten dwingen te luisteren naar docenten? Studenten zouden zich met pijn en moeite naar de lessen toe slepen en docenten halen hun hoorcolleges met grote moeite uit hun tenen.
Jammer denk ik dan. Maar van wie is dit probleem nu echt: van de student of van de docent? Ik zou zeggen: docent, blijf de ontmoeting met de student wèl aangaan. Wees inspirerend. Heb belangstelling voor waar zij mee bezig zijn. Voed hun leerbehoefte. Daag hen uit tot kritisch denken, creatief denken, anders denken. Als de docent ertussenuit stapt, wie houdt studenten dan nog alert en scherp?
Rechtstreeks (frontaal) lesgeven is slechts een van de mogelijke lesvormen. Om het leerproces van studenten te maximaliseren staan talloze werkvormen tot je beschikking: zowel uiteenlopende werkvormen die je in contact met de student kunt gebruiken, als allerlei werkvormen op afstand.
Breng wel alle gebruikte vormen met elkaar in verband. Biedt verschillende vormen aan. Laat studenten meedenken en kiezen. Zorg er voor dat de werkvormen elkaar aanvullen en ondersteunen, dan zal het totaal veel meer zijn dan de som der delen (synthese).
Wat ik zo boeiend in mijn werk als trainer van docenten (Keridwen's De pijl in de roos) vind, is juist díe combinatie van persoonlijk contact met je studenten en het gevarieerd aanbieden van werkvormen.
Ik besteed veel aandacht aan het leerproces in de ontmoeting tussen docent en studenten. Ik maak daarbij onder meer gebruik van de didactische inzet van technieken uit het verteltheater:
breng het verhaal (de lesinhoud) dat je wilt delen met je studenten zo, dat je contact maakt, dat je boeit en dat je uitdaagt om zelfstandig met de inhoud te gaan spelen. Besteed naast de inhoud ook veel aandacht aan vorm (hoe vertel je, hoe boei je) en interactie (hoe deel je). Accepteer dat het frontaal lesgeven (collegegeven) verschillende elementen in zich heeft van een one(wo)manshow!
Tegelijkertijd ga ik met docenten ook op zoek naar die andere werkvormen, specifiek gericht op leerproces, onderwerp en vakgebied. Er blijkt vaak veel meer mogelijk te zijn, dan je in eerste instantie denkt. Uiteraard biedt computer en internet talloze mogelijkheden; voor individueel en groep-studeren. E-learing is hot! Vergeet echter ook niet de vele leer-, les- en werkvormen, die in de loop der eeuwen zijn ontwikkeld en die meestal vrij eenvoudig te vertalen zijn naar bruikbare vormen voor studenten van nu. Je kunt bijvoorbeeld hiervoor vrij eenvoudig de leerstijlen van David Kolb en de intelligentiesoorten van Howard Gardner gebruiken.
De meeste studenten zijn heel goed in staat zelfstandig te studeren. De docent kan helpen door (rechtstreeks) kennis en ervaring over te dragen. Hij/zij helpt ook door te inspireren, door tegenwicht te bieden aan kennis en ideeën van studenten, door ze steeds opnieuw op andere en nieuwe gedachten te brengen.
Een goed docent speelt met de leerstof: hij/zij verandert regelmatig van perspectief en verruimt steeds weer paradigmata.
Wees als docent in je werk kritisch en creatief, opdat je studenten geprikkeld worden tot zelfstandig, kritisch en creatief leren. Focus op inhoud en speel met vormen, dat is mijn devies!
Marcel van der Pol
www.KERIDWEN.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten