In het reclamefilmpje "Whodunnit" wordt in een Agatha
Christie-achtige setting helder verbeeld dat we vaak dènken dat we
scherpe, objectieve waarnemers zijn, terwijl we desondanks véél (in dit
geval ruim 20!) clues missen om een situatie ècht goed in te kunnen
schatten. We zien wat we willen zien. We negeren wat we denken dat niet
belangrijk is (Whodunnit: wat iemand zegt is toch veel belangrijk dan
hoe iemand er bijvoorbeeld uit ziet of wat iemand vasthoudt?).
Een
relatief kleine verschuiving van perspectief (een tweede camera) laat
zien wat we in het filmpje allemaal hebben gemist. Tijdens de opnames
hebben ze in het decor vrijwel alles buiten het zicht van de hoofdcamera
veranderd. De tweede camera toont de veranderingen zelf. De hoofdcamera
laat alleen het resultaat zien. Verschillen voor en na worden
gemakkelijk over het hoofd gezien omdat we gefocust zijn op het verhaal:
een whodunnit, waarin we met de detective mee proberen te denken om de
moordenaar te kunnen ontmaskeren. Dan moet je weten welke cues wèl en
welke níet belangrijk zijn. Focussen dus! Selecteren. Negeren. Dwingend
Denkraam handhaven.
Het boeiende van de Agatha Christie-verhalen
vind ik altijd, dat de schrijfster je steeds weer op een andere been
zet, zodat je nooit weet wat hoofdzaak of bijzaak is. Je krijgt veel
teveel feiten en hineininterpretierungen voorgeschoteld om te kunnen
onthouden en duiden. Je moet wel mee met het verhaal zoals deze zich
voor je ontrolt. Sommige verhalen zijn ook zo spannend dat je erin mee
wordt gezogen. Je vertrouwt wat dat aangaat de schrijver maar: in ieder
geval op de láátste pagina zul je ontdekken wie 'het' heeft gedaan.
Alleen bekruipt je na afloop dan wel vaak de gedachte: wat heb ik heb ik
gemist; waar had ik het al kunnen weten of tenminste vermoeden?
De
schrijver speelt met ons: met onze waarnemingen, onze interpretaties en
onze fantasie. We worden op een aangename wijze bedonderd. Dat is ook
de bedoeling van de schrijver. De belangrijkste techniek die de
schrijver ter beschikking heeft heet "framing". De schrijver bepaalt het
kader (frame) waardoor wij naar de werkelijkheid kijken. Binnen
Zelfregie 3.3 heet zo'n frame een denkraam.
Niet alleen
romanschrijvers hanteren een denkraam om hun verhaal te sturen en te
bepalen welk deel van de werkelijkheid voor de lezer aandacht krijgt.
Eigenlijk is iedereen een "schrijver" van zijn eigen werkelijkheid. De
werkelijkheid rondom is veel te veel omvattend om allemaal te kunnen
waarnemen en te duiden. Je moet wel framen, focussen en selecteren wil
jij er enigszins 'chocola van maken'; dan pas kun je een samenhangend,
begrijpelijk verhaal van jouwe werkelijkheid maken. Dat gaat voor mij
op, voor jou, voor ons allemaal. Het grote verschil kun je maken door te
accepteren, dat jouw versie van de werkelijkheid beperkt is en dat je
kunt switchen van camera. Jijzelf kunt kiezen om door een ander denkraam
naar de wereld te kijken. Wat zie je nu opeens, wat je eerst had
gemist? Verandert jouw verhaal door een gewijzigd perspectief? Is je
werkelijkheid verandert? Zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan?
Speel
je met verschillende 'camera's' om jouw werkelijkheid vanuit allerlei
perspectieven te onderzoeken, dan noemt Zelfregie 3.3 je Denkraam een
Dansend Denkraam. Weiger je ook gebruik te maken van wisselende
'camera's' en houd je vast aan die ene door jouw gecreëerde
werkelijkheid, dan heb je een Dwingend Denkraam. Dwingende en Dansende
Denkramen hebben uiteraard beide hun voordelen. Dwingend Denkramen
ondersteunen een doelgerichte manieren van denken en handelen. Dansende
Denkramen ondersteunen flexibel omgaan met veranderende omstandigheden.
Het komt er alleen op aan of je bereid en in staat bent om als nodig
naar een andere camera (Denkraam) over te schakelen.
Verschillen
van mening en inzicht krijgen hierdoor direct een andere betekenis. Het
gaat niet zozeer meer om wie gelijk of ongelijk heeft, maar veel meer welk verhaal, of welke versie van de werkelijkheid bestaansrecht heeft.
Mag je met jouw verhaal afwijken van de het algemene, gangbare,
dominante verhaal? Mensen zouden vaker anderen met afwijkende verhalen
moeten uitnodigen. Hoe vaak komt het niet voor dat mensen (in hun
werkomgeving) alleen die mensen om zich heen organiseren, die hen alleen
maar bevestigen in hun verhaal. Met slechts ja-knikkers om je heen kùn
je toch niet anders dan tot die ene conclusie komen? = Zie je wel, ik heb (altijd) gelijk!
In
dit verband is de (management / leiderschap) stelregel over de
houdbaarheid van management en leidinggevenden: bij zo'n 10 jaar aan de
top dreig je de relatie met de reële wereld kwijt te raken, vooral als
je geen alternatieve verhalen om je heen duldt.
Vraag jezelf maar
eens af welke andere perspectieven, kansen en mogelijkheden je door het
uitblijven van alternatieve verhalen hebt gemist. Dit brengt mij tot de oproep om in 2016 het verschil te kunnen maken:
1. Nodig rebellen uit en luìster naar hun verhalen.
2. Verplaats je in mensen op andere posities, zowel binnen als buiten de organisatie
3.
Maak je (professionele) werkelijkheid dynamischer, effectiever en
rijker door je verhalen vloeibaar en je denkraam dansend te maken en te
houden.
Wat zou het in allerlei zakelijke en maatschappelijke
situaties hebben geleverd, als er naast het dominante verhaal ook ruimte
zou zijn geweest voor het alternatieve verhaal? Wat als beslissers
genoemde drievoudige oproep hadden gevolgd?
Een paar voorbeelden: De
opvang van vluchtelingen in Europa en gemeente. Banken schipperend
tussen crisis en vertrouwen. De teloorgang van ketens als V&D,
MacIntosh, etc. Software gesjoemel bij VW: spagaat tussen commercie en
milieuregelgeving. De diverse glazen hoger management plafonds.
Zorgstelsel commercialisering: kiezen tussen goedkope polis (geld) en
goede zorg (kwaliteit). Kansen voor oliemaatschappijen in een fossiele
brandstof-arme wereld. etc, etc.
Van "Ik heb gelijk-verhalen",via
"Wat als....-verhalen" naar "We gaan het verschil maken!-verhalen".
Zelfregie 3.3 helpt daarbij.
Groningen, 4 januari 2016. Marcel van der Pol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten